Vandaag dus ging ik niet naar de crèche.
Ik ging naar Naarden, met papa en mama. Missie: Kast in elkaar zetten.
Niet ik hoor, Olpa en Papa. Ik ging met de vrouwen mee, Olma en Mama. Toen we aankwamen waren er 2 mannen bezig het huis te vernielen! Zo leek het.
Bij nader inzien deden ze het omgekeerde. Ze maakten het mooi. Heel mooi.
Wat bleek, andere mannen hadden sleuven in de muren gemaakt, buizen met draden gelegd, plafond er uit gehaald, platen er tegen aan, kortom, deze mannen zorgden er voor dat alles bedekt werd met een dikke laag gips. Om de gebroken muur te maken.
KNAP! Zo mooi strak en netjes. Ik kon het goed zien vanuit m’n stoel. Als kers op de taart maakten ze nog een mooie lijst langs de rand. Ik ben errug benieuwd hoe het er uit ziet als het klaar is.
Ondertussen zijn Olpa en papa boven bezig met DE KAST. Stap één: De kop er af.
Letterlijk, want de kast is eigenlijk net iets te hoog, dus moest er een stukje af voordat ze hem in elkaar zetten. Tsja, dat is uiteindelijk gemakkelijker dan het plafond iets hoger te maken. Of de vloer iets lager. Goed gezien.
Ik laat ze met rust en ga met Olma en Mama naar de HEMA en naar de markt. In beide gevallen doe ik goed m’n best niet op te vallen en gek genoeg lukt dat niet. Ik mocht lopen in de HEMA en stond ineens oog in oog met een meisje. Iets korter dan ik, maar net zo stokstijf. En toen moesten we heel hard lachen. We spreken dezelfde taal, denk ik. Dat heb je soms.
Op de markt in Bussum waren Olma en Mama helemaal van de ‘oooh’! Allemaal oude herinneringen werden gecombineerd met huidige indrukken en als die overeenkomen is het goed.
Het was een markt met goeie aanbiedingen. 3 Mmmmmmango’s voor een Euro! Sinaasappelen voor niks, Spaanse Pepers, je vraagt je af of ze het er voor konden plukken.
Toen we terug naar Naarden reden, viel ik in slaap in de auto. Olma en Mama hebben de mannen gevoerd en gekeken of het wel goed ging. Ik denk dat ze tevreden waren, want uiteindelijk gingen we weer weg. Ze hebben me lekker laten liggen. Ik weet niet waar ik was toen ik wakker werd, maar was niet blij.
Uiteindelijk zijn we naar Nederhorst gegaan. Ik heb er eerst gespeeld en toen geslapen. Met moeite, maar toen ik een keer sliep heb ik anderhalf uur gelegen. Dat is goed. Toen ik wakker werd waren Olpa en Papa er ook al bijna. Ik was vooral bezig met overal aanzitten. Watervlug en vingervast! Er is maar één glas gesneuveld. De andere was door papa.
Na het eten gingen (hachee, en ik heb niet geknoeid!) we bijna weg. Ik heb nog lekker geknuffeld met Olpa. Die kan zo lekker op m’n rug kriebelen! En heb ik gek gedaan met Papa. Eerst had hij m’n voeten vastgebonden met een theedoek, (maar dat maak ik zo los hoor!) en toen heeft hij me vermomd als melkmeisje. Ik herkende mezelf haast niet en toen nog als boef!
Thuis was ik wel klaar voor bed. Ik heb nog even sterk gehouden en goed gelachen, maar m’n bed riep me zachtjes…
It wie wer in moaie dei.