Vrijdag kwamen Siebe en Zelda en het enige wat ik kon doen was heel hard SIEBUUUUUH en ZELDAAAAAAH roepen en heel blij en hyperkinetisch zijn.
We hebben heerlijk gespeeld en dat was zo intens dat ik tot kwart over 8 geslapen heb! Echt waar.
Zaterdag was weer een nieuwe dag met Siebe en Zelda en we hebben weer veel gespeeld. Maar er moest ook gewerkt worden. Ze hebben een hek gebouwd. Met elkaar en zonder de hulp van Siebe en Zelda was het niet gelukt! Ik bedoel maar.
Het enige wat nog gemaakt moet worden is het poortje en dan heb ik een grote verlenging van mijn speelterrein! Dan mag ik gewoon naar buiten en kan in de tuin spelen op fietsjes en wagentjes en met dingen en zo. Ik kan niet wachten!
Ik herkende Siebe en Zelda ook, maar kan nog niet praten. maar als ze er zijn ben ik de hele dag super-de-puper-vrolijk (normaal ben ik alleen maar supervrolijk).
Ik voel ze van binnen en dat is heel bijzonder.
Zelda heeft trouwens nog extra gewerkt, ze heeft namelijk mijn slaapzak genaaid. Dat kan ze! Goed he! Dat scheelt als ik slaap, want de losse rits kriebelde in mijn nek en dat slaapt dan weer niet echt lekker.
Olpa en Olma kwamen ook nog. Rond borreltijd. Dat zijn goeie tijden vind ik, want dan kun je borrelen, wat een leuk woord is en ik heb geen idee wat dat is. Maar soms zijn dingen al leuk omdat er een leuk woord aan gegeven is.
Qua tuingebeuren doe ik het rustig aan. Niet alleen loop of kruip ik nog niet echt, het is ook behoorlijk koud en daar ben ik geen fan van.
Ik ben wel fan van spelen met Dzjez en Dzjez wil vaker met mij spelen. Jay-spelu roept’ie dan en ik vind dat heerlijk!
Ja, ik ben zijn grote broer en heb de verantwoordelijk Jay te leren spelen en dat is niet niks. Het is trouwens het grote voorbereiden op het ridderschap en het lid zijn van de Bende Van Hoff. T’is wat en supertoff.
Siebe en Zelda hebben trouwens nog pizza gemaakt en ik heb de korstjes van Zelda opgegeten. Lekker! Zij maken het, ik eet. Goed verdeeld zeg ik!
Al met al zijn het volle dagen met al die broers en zus en familie en gezelligheid.
It wie wer in moaie dei.