Soms heb je van die dejavuutjes. Vandaag was er een. Na laaaaang wachten door Corona en foute maat, hadden we vandaag een slot bij de Ajaxshop in Amsterdam. Dat is niet zomaar een shop, maar een SHOP IN DE ARENA VAN AJAX. Het heiligdom der heiligdommen dus. En ik was er. Met mama.
Zoveel Ajaxspullen. Dat is bijna te veel voor een 9 jarige om om te nemen. Alles rood-wit, of groen van de keeper. Ja dat hebben ze goed voor elkaar bij Ajax. Als je wilt kun je daar je zakgeld voor de komende 33 jaar wel uitgeven.
Dat hoefde nu dus niet, want dit was nog steeds van m’n verjaardag/sinterklaas (kan beide zijn), en dat past altijd in het budget. En ik heb het echt nodig, want ik groei als kool en ik voetbal 3 keer per week. ‘Ze’ zeggen dat ik goed ben, dus zeg ik het zelf ook maar. Vrij simpel, als je niet overtuigd bent van jezelf, hoe kan iemand anders dat dan zijn…
Enfin, na lang rondkijken en passen hadden we het juiste setje in de juiste maat gevonden, maar toen kwam de allergrootste verrassing nog! Ze konden daar, ter plekke mijn naam nog op het shirt zetten! MIJN NAAM, OP EEN AJAX SHIRT. En daar kan maar 1 nummer bij, en dat is nummer 14. Dan kunnen jullie er al vast aan wennen.
Vandaag is een bijzondere dag, waarbij ik papa en mama tot tranen heb geroerd (mezelf ook, want op een gegeven moment ging het mis en viel ik, waarbij ik m’n ego pijn deed. Maar dat zijn korte pijntjes, zonder bloed, dus met een klop op de schouder en een knuffel, kun je dan snel weer verder).
Waarom was het bijzonder? Het was bijzonder omdat ik de afgelopen weken, elke dag geoefend heb met papa, om letterlijk iets onder de knie te krijgen. Het zijn niet letters en woorden, want daar oefen ik mee met mama, nee het is iets anders. Iets wat ik oorspronkelijk min of meer kon, maar door een lelijke val een aversie voor heb gekregen en daardoor moest ik eerst door een persoonlijke blokkade heen voordat ik mezelf terug in het zadel had.
Letterlijk weer, maar dat kun je dan weer beter met je eigen ogen bekijken, en daarom is hier het filmpje van de laatste twee dagen voor het mirakel van Naarden.
Zo, nu weet je het en begrijp je ook wat ik bedoel.
Voor mij is het ook een belangrijke dag, ondanks het feit dat ik het lastig vind te laten zien en horen dat ik het al lang en beter kan, want vanaf nu heb ik aan Jay een fietsmaatje. Dat betekent concreet dat we de horizon kunnen verwijden en de uithoeken van de fietsbandwereld kunnen ontdekken.
Als we lang genoeg oefenenen, kunnen we samen naar Senn en Nynthe fietsen om op bezoek te gaan en te spelen. De wereld van leuke dingen ligt aan onze voeten!
Maar deze Blog gaat meer over mij dan over jou Dzjez, want ik ben de held in dit verhaal. Niet dat ik niet blij ben met jou aan mijn zijde, maar ik rijd voorop! Ik heb zelf bedacht om via de kleine speeltuin, achter de huizen langs, een groot blokje te fietsen. Wel grappig dat papa achter me aan rent om te kijken of alles wel goed gaat…… Dah! Tuurlijk gaat het goed. Als ik eenmaal besloten heb dat ik kan fietsen, dan fiets ik de stukken er van af!
Wel interessant is dat ik onderweg een dode vogel langs de weg zag liggen. Een goed moment om even bij stil te staan en naar te kijken. Even beseffen dat een volgel, in alles wat het kan zijn, ook gewoon als een zielig hoopje op een tegel kan liggen. Het kijken naar een dode vogel is een beetje zoals met poezen. Als je ze ziet, moet je er altijd even bij stilstaan en als het kan even aaien. Het voelt goed en haalt je even uit de sleur van het alledaagse leven.
Daarover gesproken,…. oh nee, dat mag ik niet zeggen. Dat is voor later.
Voor nu is het belangrijk, dat ik volgens de omstanders, een nieuwere versie van mezelf ben geworden. Op één of andere manier kan ik dat ook wel begrijpen, want elke keer als je iets nieuws bijleert, kun je niet meer dezelfde zijn als daarvoor.
Aan de ene kant omdat je jezelf dan aan het verloochenen bent (en dat is weer zo’n woord dat je zo nu en dan graag eens leest) omdat je de verandering niet erkent, en anderzijds dat je niet bezig bent met je nieuwe ‘skills’ (ja, laten we maar even AngloSaxisch denken en dan de andere kant bedenken dat het woord ‘vaardigheden’ meer klinkt als een beoordeling die je krijgt op school), die je vooral nieuwe mogelijkheden geven van zijn, doen en denken….
Denk daar maar eens over na (commentaren en reacties, kun je onderaan delen).
Vanaf vandaag ben ik Jay 7.0. (Small step for Jay, but giant leap for Jay-kind)
WE ZIJN DUS OOK NOG NAAR HET VESTINGMUSEUM GEWEEST!
Ik maak m’n stem its luider want die Jay vraagt wel heel veel aandacht! <interne stem: En als ik het zo bekijk, belees en beluister, gaat dat de komende jaren iets zijn waar je aan moet wennen>
En het dat was gaaf. Een mooie afleiding van mijn iPadAttraction. We zijn er natuurlijk wel eerder geweest, maar elke keer als we de kanonnen horen afgaan, is de belevenis uniek.
Deze keer zijn we ook met de rondleiding op de boot meegegaan, maar dat grote-mensen-gepraat wordt naar verloop van tijd saaaaaaaaaai, en gelukkig was Jay er en een ander jongetjes, zodat we ongewenste herrie konden maken.
Lang verhaal kort, het was een leerzaam en straks gaan we nog even voetballen in de speeltuin en dan iPad!
En ik ga nog even fietsen (ook al ben ik heel erg moe….) en voor morgen heb ik nu al weer zin in om nog meer te fietsen!
Het lijkt wel of we de blog altijd beginnen met “Het is al weer even geleden, maar er gebeurt zo veel” en dat is waar. Een stukje schrijven vergt een bepaalde, doch ongedefinieerde mate van aandacht, en dat is net wat er zo nu en dan ontbreekt.
Nou moet ik zeggen dat foto’s elke keer wel weer inspirerend zijn om stukjes te schrijven. Het is wat dat aangaat ook niet helemaal duidelijk wat er eerder was, uit stukje of het ei, of de kip of de foto’s….
De oranje vestjes waren noodzakelijk bij onze bloembollenplantdag. Midden op een rotonde in het grasveld, met automobilisten als danseressen en dansers om ons heen draaiend.
Er zijn dan kindjes die dan soms en volledig per ongeluk, denken dat ze straten kunnen oversteken om limonade te halen en terug, ondanks luid geroepen waarschuwingen. Ik viel gelukkig op en alles was goed. Nooit meer doen.
Een andere lievelingsbezigheid van me, en je raad het al, is wormen verzamelen. Ik heb er wel 13 verzameld en allemaal een naam gegeven. Ze kwamen letterlijk met bosjes naar boven door al dat gegraaf en gespit. Ik heb ze niet opgegeten, want er zat modder op (en ik weet ook niet of ik het echt durf, maar wel dat mensen het heel erg jakkie vinden ;-))
We hebben veel bollen gepland en ik had de tong uit mijn mond om er voor te zorgen dat de bollen er in het voorjaar goed bijstaan. We hebben een ‘H’ van Hoff gemaakt en een grote cirkel en een aantal ‘spaken’. Dat gaat een waar kunstwerk zijn en mensen zullen de rotonde blijven ronden om het te aanschouwen.
Zondag was het wandeldag in de vroege dauwende ochtend, met zelfs een beetje ijs. Om de hoek bij het Naardermeer, dus met de fiets ernaartoe. Ik op mijn eigen fiets en dan illegaal oversteken, wat ik nooit in mijn eentje mag doen. Het is niet druk, dus oversteken was een fluitje van een cent.
Ik wilde niet wandelen en bleef het liefst in de bakfiets zitten, maar na enig aandringen liet ik me toch uit de bakfiets tillen en door het hek duwen. Het was dan ook de betere beslissing. Onze tocht werd vergezeld door mooi paddenstoelen, wolkentaferelen en vergezichten. De beste manier om wakker te worden en te genieten van het leven.
Dat kunnen we goed. Met rode neuzen in de natuur. Lekker verfrissen na een week school, lekker leren en fijn spelen. Het was een mooie week geweest met feestjes bij Kiki (en ik was de enige jongen en ik mocht frieten van de tafel eten!) en Jay heeft gespeeld met Fynn en gezwommen. En Jay is ook mijn vriend. We kunnen het al niet laten om ’s nachts of ’s ochtends bij elkaar in bed te kruipen omdat we bang zijn voor iets of gewoon omdat we het leuk vinden….
Mama heeft ook heel veel mooie foto’s gemaakt, maar die staan niet op de iPhone van papa, dus daar moeten we het nu even mee doen. Niet dat die slecht zijn hoor, maar…. anders. Als je snapt wat ik bedoel. Het goeie nieuws is dat mama er dan wel weer op staat!
Toen we klaar waren met wandelen zijn we naar Beppe gegaan om te spelen en heel veel te snoepen. Ik heb zelf ook UNO gespeeld. Die met die dieren. Papa moest even naar Pake, maar ze waren er in gedachten bij. Dat telt.
Het is hier Ramadan en ook nog eens allemaal heilige feesten. Afgelopen week resulteerde dat in een vrije dinsdag en een vrije vrijdag (Fraaidag) en dus hadden we extra tijd om dingen te doen.
Dinsdag gingen we naar de dierentuin en die bleek dicht (maar was dat wel zo, want vrijdag zijn we weer geweest en toen leek hij ook dicht, maar vond mama uit dat we eigenlijk de ander ingaan moesten hebben… Maar daarover later meer).
Omdat de Zoo dicht was, besloten we een rondje te rijden op de brommer. Eerst rond de dierentuin en daarna op weg naar de universiteit van Indonesie. Een lekkere lange tocht die ons langs allemaal mooie plekjes leidde, inclusief een spoorlijn en een bos. Dat laatste was aanleiding van papa om later dezelfde tocht nog eens op zijn fiets te doen…
We zijn op de terugweg aanbeland in een speeltuin die Taman Merah heette, oftewel Rood Park. Toepasselijk, want zo is het ooit bedoelt met allemaal rood geverfde toestellen, maar door de tijd heen heeft dat rood een andere betekenis geregen…. Het rood van roest.
Het was er ook wel een beetje een chaos, maar als ik het zo bekijk, zijn ze het wel aan het opknappen en opruimen. Al die jaren afval verzamelen in het meer, dat is de moeite. Ik weet dat er zo heel wat parken zijn rondom Jakarta die er vervallen en verlaten bij liggen. Het zou een goed idee zijn van de regering of zo, om daar eens de schouders onder te zetten. Dat doet er namelijk toe.
Enfin, toen we thuiskwamen is papa gaan fietsen en hij kwam helemaal blij thuis terug.
Het gaat goed met mijn ooglapjes. Vooral om ze lang op te houden en zo mijn rechteroog te trainen. Dat werkt namelijk het minst goed en dan is het net als met gewichtheffen. Als je het veel doet krijg je dikke spierballen. Die krijg ik in mijn oog.
Ook ga ik ‘sporten’. Na school met mama om mijn motoriek en spieren te oefenen. Dan gaan mijn hersenen beter met mijn ledematen coördineren… Dat klinkt moeilijk, maar in het woord ‘ledematen’ zit al het woord ‘maten’ en die moeten dus vriendjes worden met mijn hersenen. Simpel toch?
Ik vind dat leuk om te doen en soms best moeilijk, maar met de steun van mama en mijn personal trainer, zet ik door! Zondag ga ik weer.
Ik heb gezwommen voor mijn diploma C, maar of dat goed gegaan is, of dat ik het heb gehaald, vertel ik later. Nu eerst de dierentuin deel III met papa. Ik had zoals gewoonlijk geen zin, want ik vind mijn iPad veel interessanter dan in het echt iets doen, maar totdat ik 14-16 of 18 ben, mag ik dat soort beslissingen niet zelf beslissen.
De dierentuin dus. Geen mens te bekennen in de hele dierentuin!
Jammerdan Ramadan…. Als er niet gegeten kan worden zijn er geen eetstandjes, als er geen eetstandjes zijn, is er geen reden om naar de dierentuin te gaan. Zo is het in Indonesie tenminste. Geluk voor de dieren en geluk voor ons, want we hadden het (dieren)rijk voor ons alleen. Berengezellig!
Ik wilde naar de beren, want die hadden we nog nooit gezien in al die tijd dat we naar dierentuin zijn geweest. En die zaten natuurlijk helemaal aan de andere kant van de zoo! Maar onderweg is voldoende leuks te zien en te ontdekken. Daarom hebben we er een vlog van gemaakt. Nou ja, Dzjez dan, want die kan op dit moment beter vloggen dan ik. Ik sta gewoon goed op beeld, terwijl Dzjez beter in de praatjes is...
Hehe, ja eindelijk ben ik een vlogger! En eigenlijk kom ik er achter dat ik het eigenlijk al heel lang doe…. Maar goed, nu dus meer bewust en papa als mijn camera man en commentator. Derhalve besteed ik weinig woorden aan de zoo en meer in de film.
Maar ik wil er nog wel wat over vertellen, want we zijn langs een meer gelopen, en ooit was dat waarschijnlijk ‘je van het’, en kon je er vissen en romantisch varen, maar vandaag de dag is dat niet meer zo. Het is er nog wel heel mooi, maar meer op een nostalgisch esthetische manier. Van het type dat van die melancholische plaatjes oplevert. Dat is ook mooi. Je moet er alleen oog voor hebben.
Dat waren we nog vergeten te vertellen, maar we zijn dinsdagavond nog gaan eten bij Warung Solo. Lekker makkelijk, want dan hoef je niet te koken. Vooraf mochten we niet van tafel en mochten we kleuren. Een goede tijdvulling. Zeker als je je viltstift goed vast hebt.
De Favoriet van de avond waren Sosi Solo, een soort lumpia met alleen een soort gehad er in. We hadden wel de Pisang Goreng besteld, maar uiteindelijk hebben we die in een doggybag meer naar huis genomen.
En, die meneer was er ook. 98 jaar oud of zo en elke avond z’n nummertjes spelen op z’n bamboo xylofoon. Wij waren blij dat hij er weer was. Een vaste baken op zo’n avond 😉
En dan is er natuurlijk nog het andere grote fenomeen: Afzwemmen voor C.
Voor degenen die het niet weten, eerst heb je A, dan heb je B en dan heb je C, in die volgorde. A had ik al, maar omdat ik zo mijn best deed voor diploma B, en het leek alsof ik het eigenlijk al in de zak had, hebben mama en Coach Philippe overlegd en besloten dat ik direct naar C mocht en vandaag was het zo ver.
Ook hier ga ik niet veel over vertellen (wen er maar aan want ik ben een vlogger), maar het filmpje is weer des te Vlog!
OK dan, nog een afsluiter van mij. Papa ziet soms kunstige dingen in Jakarta, en hier is er weer zo een. Eerst ga je lopen, dan heb je een brommer en dan heb je een kind…. Rara wat doe je?
En vandaag verraste ik papa nog, nadat we gezwommen hadden en wedstrijdje hadden gedaan met zwembadzinkertjes (dat woord bestaat niet, maar het zijn plastic balletjes met twee stoffen staartjes en die zinken als je ze in het water gooit, maar niet allemaal op de zelfde snelheid dus…
De vrijdag is traditioneel de dag waarop men traditioneel Batik draag. Batik is typisch Javaans en waarschijnlijk is het er uitgevonden. De patronen gaan echt eeuwen terug, dus niet iets om lichtzinnig over te denken…. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken is Batik in zijn oorspronkelijke vorm erg praktisch. het is geïmpregneerd met was en heeft een binnenvoering, waardoor het altijd lekker zacht is.
Wij hadden het aan omdat we op de foto gingen. Eerst alleen, dan met de klas en dan in de middag, samen met mijn broer. Dzjez dus.
’s Middags daarna had ik nog zwemmen en dat was best koud. Gek he, in Indonesië en dan nog oud hebben, maar dat komt door de wind.
Het is al laat vandaag, dus laat ik jullie vooral van de filmpjes genieten, maar ik moet gewoonweg wel even zeggen dat ik zaterdag aanstaande voor mijn C diploma ga…. Jaja, C. Ik mag B overslaan omdat ik altijd zo mijn best doe (en ik me met de ‘gewone’ B oefeningen snel verveel…. en te snel klaar ben. Mama heeft gevraagd of ik misschien niet direct door mocht en dan was goed! Wat ik dan weer niet weet is dat ik dan ook mijn B diploma krijg…. Na volgende week zaterdag weet je er alles van).
Wat is er dan nog gebeurt dan? Nou ik heb ben zaterdag naar een feestje van Eliot geweest. En die was weer terug van een lang bezoek aan het ziekenhuis in Singapore, maar al zittend was hij weer terug en mama was er gezellig bij.
Op school bouw ik trouwens torens. Dat heeft papa gezien en gefilmd. Dat doe ik boven op het huisje met jack. We doen wie er de hoogste torens kan bouwen.
En ik ben naar mijn eerste laatste hockeyles geweest van het seizoen en dat ging heel goed! Ik vind hockey leuk, alhoewel ik nog niet goed een onderscheid kan maken tussen spelen of de oefeningen zo snel mogelijk doen en wat ik het leukste vind. Misschien moet ik maar naar atletiek…
Ik kwam nog een heel oud filmpje tegen van mijn diploma zwemmen. Dat heb ik dan ook maar snel even ge-edit en op YouTube gesmeten. Het is al weer lang geleden, maar de moeite waard om even te bekijken.
En ik heb nog twee kunstwerken gemaakt met echte verf. De ene is Van Gogh en de andere Picasso. Dat weet ik want dat heb ik geleerd.
Het was een bijzonder weekend en dat begon al op vrijdag…. Ik was de hoeder van Flip de beer en dat is niet niks. Als je Flip de beer meekrijgt, krijg je niet alleen Flip, maar ook de rugzak waarin hij woont en een hele verzameling kleren voor elke gelegenheid.
Voor mij is het ook een avontuur, want Dzjez zit nog niet zo lang in de klas, dus dat maakt het extra spannend. Kan hij het wel? Is het wel leuk? Wordt het wel gezellig? Allemaal vragen die een stoffen beer zich afvraagt op een vrijdagmiddag….
Gelukkig was het ontvangst hartelijk en heeft Dzjez ook nog een broer, Jay. Dat is me er één, dat is namelijk de grootste knuffelaar van de hele wereld. Het is dat het een mens is, anders was het een knuffelJay geweest.
Ik vind het wel grappig! Een knuffelbeer die in een rugzak woont! Eigenlijk goed bekeken, want dan hoef je niet een tent op te zetten of zo, als je ergens gaat logeren. Je stapt gewoon uit je rugzak en dat is het. “Flip & Play”, zeg ik dan.
In het begin is het wel even wennen hoor, maar gelukkig hebben we veel te doen als we thuiskomen in de middag. Ik had alles tot in de puntjes voorbereid (…), maar moest wel eerst wat eten, dus dat hebben we gedaan. Samen met mama en papa, want die werkte thuis en was heel blij met het bezoek.
Het viel ons wel op dat Flip niet heel erg veel eet, maar dat is niet erg, Ik heb ook wel eens van die buien.
Op zich had ik wel zin om iets te eten, alleen hadden ze geen honing en zoals je weet zijn beren gek op honing en ben ik een beer die dan weer nog gekker is op honing.
Eigenlijk eet ik alleen maar honing. Brood met honing, patat met honing, honingijs, thee met honing, honingsoep, honingsnoep, als ik een vrouwtjesbeer zou zijn, zou ik de Honingin zijn.
Gelukkig had ik voordat we gingen vertrekken van school nog lekker wat gegeten en was het ook niet echt nodig.
Ik ben dat eigenlijk niet gewend, dat iemand anders zo veel praat! Dat ben ik normaal altijd, maar OK, het is een bijzonder weekend. Het is het weekend van Flip!
Ja, ik ben dat ook niet gewend!
Dat Dzjez zo weinig zegt, want ze noemen hem wel eens een Dzjezmatezz, oftewel een joeman-biet-boks!
In ieder geval mocht ik nog even op de gitaar spelen van Dzjez. Dat is best moeilijk hoor! Ik luister liever naar een goed stukje muziek op de koptelefoon, naar liedjes zoals “Ik zag twee beren”.
Daarna gingen Dzjez en Jay samen met hun moeder koekjes bakken. Dat is iets waar Dzjez al de hele tijd naar uitgekeken had. Deeg maken, deeg uitrollen en met vormpjes leuke koekjes uitdrukken. De oven had de hele tijd staan opwarmen, dus toen ze klaar waren, konden ze er direct in. Ik vraag me af wat ze het leukst vinden: Het maken of het opeten.
In ieder geval was het na het avondeten, met heerlijke langgepruttelde bolognesesaus die ik met een scheutje honing mocht eten, tijd voor mijn pyjama. Dzjez heeft deze nauwkeurig aan gedaan, waardoor ik na het poetsen van mijn tanden en het wassen van mijn poten en nog éen keer naar de wc te zijn gegaan, helemaal klaar was voor een nachtslaapje (in de winter doen mijn familieleden een winterslaap, maar ik ben zo gedomesticeerd dat ik dat niet hoef).
Ik was al wakker toen ik Dzjez hoorde die naar de slaapkamer van papa en mama ging. “Ikke ook wakker” zei ik, en toen mocht ik ook in hun bed. In hun bed is het altijd anders dan in mijn eigen bed. Het is op een andere manier warm. Bovendien kan ik dan knuffelen! En ik heb iets nieuws. Ik blaas en bijt dan in hun oor en dan moeten ze heel hard lachen (dat heb ik van papa geleerd hoor!).
Na de boterhammen die zich voor de gelegenheid hadden vermomd als ontbijt, gingen we naar de markt. Op de bakfiets, met Flip. Die schrok zich een hoedje denk ik, want zijn ogen waren zo groot als schoteltjes.
Nou, nou, dat valt wel mee hoor! Ik was hooguit een beetje geschrokken door de wind…. Maar inderdaad, het is natuurlijk wel een avontuur om op de bakfiets naar de markt te gaan! Door de vesting, majestueus zwaaiend naar iedereen, voor mij is dat betrekkelijk nieuw!
We hadden een verrassende ontmoeting, want wie zagen we toen we aankwamen? Precies, Wouter en Julia, onze vrienden. En papa liet er geen gras over groeien. We gaan wandelen over de wallen.
Zo, dan maak je nog eens wat mee als pretbeer. Stijf onder de arm van Dzjez zie ik delen van de wereld die ik anders niet zie. We klimmen over bergen en komen bij de sneeuwgrens, we kijken in afgronden die elke Edelweiss trots maken. Mooie buurt hoor, die vesting!
De middag laat zich omschrijven als een speelavontuur, gesponsord door de zon. “Heerlijk” (met dubbele ‘l’, zoals Jay zegt). Eerst in de voortuin, met de glijbaan en de hut en daarna in de speeltuin (OK, ik was toen even niet mee, want ik hou niet zo van zand in mijn vacht. Dat kriebelt zo en ik hou ook niet van in bad gaan, want het duurt zo lang, voor ik droog ben). Ik heb wel de foto’s gezien en die zien er goed uit met kastelen en bergen en begraven auto’s.
Ik laat me even gaan, want ik heb het rijk voor me alleen….
Ik heb mama ook nog even geholpen met het opruimen van de bladeren en helemaal in mijn eentje de groene bak, van achter naar voren getrokken. Ik ben beresterk (yeah Flip) en kan dat gewoon zelf. Samen met Jay heb ik de bladeren opgeveegd heb. Weg met de herfst en de winter, hallo lente!
Ik ben ook blij dat Flip er is, en zo nu en dan knuffel ik hem ook even. Hij is ook zo lekker zacht en ik hou van zachte dingen. Dat is ook één van de redenen waarom ik het zo leuk vind in haar te kriebelen. Nu mocht Flip het even doen (ik doe mijn best om mooi lachend op de foto te staan).
Zondagochtend moet ik weer thuisblijven…. De boys gaan zwemmen en ik mag niet nat worden, dus is het beter zo. Gelukkig mocht ik wel mijn zwembroek aan, zodat ik wel het gevoel had dat ik er bij was.
Toen ze opgedroogd terugkwamen, kon ik zien dat ze een mooie tijd hadden gehad! Bovendien waren hun opa en oma er bij! Die gingen meezwemmen (en handig gebruik maken van douchefaciliteiten aldaar, wegens badkamerverbouwingen) en als opa’s en oma’s meezwemmen, dan weet je dat het extra leuk is.
Ik heb me helemaal suf vermaakt, want ondanks het feit dat ik niet in het diepe durf, glij ik wel van de grote glijbaan in het diepe water en ga daar zonder problemen kopje onder. Wel 40! keer. Keer op keer! Ik heb een schizofrene houding wat betreft water….
Ik ook, maar dan anders. Ik heb een extreme allergie voor natte haren. Ook al komt er maar een druppel in de buurt van mijn scheiding en ik ben onblij. En daar ben ik zeer consequent in. Water is leuk, tot aan mijn nek en dat is het!
Ik denk dat mijn weekend ongeveer aan het eind is, en ik moet zeggen: Het was cool! Ik heb Dzjez, zijn broer en zijn familie, beter leren kennen en ik bereid me nu alvast voor op een volgende keer.
Ik heb er ook van genoten en vond het jammer dat Siebe en Zelda er niet bij waren, want dat zijn mijn broer en zus uit België. Die zouden Flip ook super leuk gevonden hebben, maar gelukkig hebben ze het verhaal en de foto’s. Morgen neem ik hem weer mee naar school en gaan we alle verhalen vertellen.
Dat zul je net beleven hè!
Dan moet je er een keer vroeg uit en dan lig je om kwart-over-zeven nog te ronken als beer in het begin van zijn winterslaap. Normaal ben ik met gemak wakker om een uur of kwart-over-6 of half zeven, maar nu dus niet.
Voor mij gold hetzelfde. Ik lag achterstevoren, binnenstebuiten in mijn bed, zonder dekens in een diepe, diepe slaap toen papa binnenkwam met het licht in de badkamer aan. Gelukkig kende hij de magische woorden om mij vrolijk uit mijn slaap te halen. Dat zorgt er voor dat er geen verkeerde benen uit de verkeerde kant van het bed slingeren (niet dat ik daar veel last van heb), maar uitsluitend met goede benen uit de goeie kant. De magische woorden zijn “We gaan Beppe halen…”.
Dan springen mijn ogen open en kijk blij naar papa. “Kleren aan?” vraagt hij en ik zeg “ja eren aan” (mijn praten gaat echt met sprongen vooruit!). Nadat we mijn kleren aan hebben, gaan we naar Dzjez die met een klein kwijlstroompje uit linkermondhoek, zijn kussen aan het bevochtigen is en nog steeds hard slaapt. Na vriendelijk vragen en aaien, besluiten papa en ik het licht aan te doen en zeggen in koor “We gaan Beppe halen” en de magische spreuk werkt ook bij hem! Ineens is hij wakker en wil zo snel mogelijk zijn kleren aan.
Papa had al twee broodjes gesmeerd en bekertjes gevuld met melk, dus konden we zonder dralen doorlopen naar de auto en vertrekken. Het was nog donker en we moesten zigzaggend tussen de regendruppels door, want die hadden duidelijk besloten dat ze uit de hemel gingen vallen, met als missie de Keverdijk blank zetten, maar wij waren ook op een missie en vooral niet bang voor nattigheid. Met zippende ruitenwissers en een beker melk in de hand waren we op weg. Op weg naar Schiphol! Wat klinkt als ‘Schip ahol, schip ahol’ wat van ons direct wegpiraten maakt, die met een keurig gangetje van 105-op-de-teller over de snelweg razen.
Papa kent duidelijk de weg, want die rijdt onder pardon naar de parkeerplaats voor kort parkeren in de aankomst sectie. Het enige wat wij nog moesten doen was uitstappen en vriendelijk knikken naar bus- en taxichauffeurs, want je weet nooit wanneer je ze nog eens tegenkomt.
Papa tilt me, want we zijn haast te laat. Het is al 7:47 en we willen natuurlijk eersterangs staan bij de uitgang van Terminal 1! Terminal 1 is wel heel erg rustig, dus kijken we nog even op het bord en zien dat Garuda uit Jakarta al geland is en de mensen bij Terminal 3 naar buiten zullen komen. Wij als de wiedeweerga onderweg naar Terminal 3, want stel je voor dat Beppe al door de deuren is en ons niet ziet staan! Dan missen we dat magische moment van het weerzien!
Gelukkig volgt Terminal 3 na Terminal 2 en zien we nog geen Beppe bij de Starbucks met een kop koffie op de tafel en de koffers er onder. We zijn op tijd. En wat blijkt, er staan een heleboel mensen op Beppe wachten, want het is er druk. De meeste ken ik niet en, zoals al gauw blijkt, komen ze niet voor Beppe maar voor al die andere mensen die uit de schuifdeuren komen lopen. Het is wel een grappig gezicht. Elke keer als de deuren opengaan zie je alle ogen naar de deur gaan en de mensen die uit de deur komen, kijken zoekend om zich heen naar die ene of meerdere bekenden die op hun wachten. Groot is de droefenis in hun ogen als ze ontdekken dat er niemand staat…. Dan zwaaien wij gewoon even en zijn ze een stukje minder droevig.
We begrijpen nu ook dat we beter bij de schuifdeuren kunnen staan dan te laat komen, en dat waren we dus duidelijk niet want we na 20 minuten was Beppe er nog steeds niet en 20 minuten wachten is te lang als je aandachtspanne van concentratie 19 minuten hebt. Gelukkig is iedereen vriendelijk als ze te wachten op iemand die thuis komt van een lange reis.
Het is grappig hoe ‘wachten’ ineens omslaat in ‘zijn’ en alles wat daar voor is verdampt als sneeuw voor de zon (ja sneeuw voor de zon, sublimatie). Soms denk ik dat het belangrijk is daar even aan te denken voordat je begint met wachten. Bovendien kun je wachten ook vertalen naar tijd en ruimte om na te denken of om je heen te kijken. Dan wordt wachten ineens een moment voor jezelf (later ga ik daar vast nog wel eens een boek over schrijven).
Maar daar was Beppe. Onze lieve Beppe. En ik weet dat ze van Bali komt en weet dat ze bij Irene, Noa en Quyn is geweest. Dat zeg ik ook, zie je? Ik begin telkens meer te praten. En dan zit ik bovenop de koffers en rijden we naar de auto en babbelen we en zijn we blij dat Beppe er weer is.
“Het was wel heel erg heet bij Irene”, zei ze “je kon niet eens zonder schoenen langs het zwembad lopen. Zelfs het zwembad had het warm. Zo warm als het bad.” Kijk, wij hebben het weer goed gepland.
Toen we thuis waren duurde het niet lang of Tessa, Senna en Nynthe komen door de achterdeur gelopen. Dat is de tweede schakel het terugkeerproces van Beppe. Niet alleen is dat praktisch, het is bovendien gezellig! Naadloos gaan we over van het ophalen van Beppe naar spelen met Senne en Nynthe. Zo zie je maar hoe een zondag ineens een ZONDAG wordt. Buiten was het storm- en regenachtig en dan is binnen extra gezellig. En toen kwam Evelyn ook nog.
Het viel me op dat Jay wel heel erg knuffelig was en dan voel ik me altijd een beetje meer grote broer, dus vind ik het fijn om hem te knuffelen (dan laat ik mijn peuterpubertijd even varen, want dat kan ik ook, hoor). Achteraf bleek dat Jay niet helemaal OK was. Daarom ging Jay op tijd naar bed.
Ja, daar was ik best even aan toe. Ik gloeide helemaal en moest een beetje overgeven. GEK hè. Eerst voelde ik me goed en toen niet. Gelukkig heeft dat geen invloed op mijn humeur. Toen ik opstond was iedereen weg en ik voelde me gelukkig al weer een beetje beter.
De rest van de dag hebben we lekker gehangen en geknuffeld en niet veel gegeten, maar waren wel blij. Papa heeft me speciaal naar bed gebracht. Zonder Dzjez, alleen ik en papa. Verstopt onder beer, beer en BEER, zat ik bij papa op schoot en las hij ‘Kikker en het slaapfeestje’ voor en ik pas precies in papa, zo lekker zit ik. Dat is de beste voorbereiding op een heerlijke nacht slapen en beter worden. Dat is het plan…
Oh ja, in de haast hebben we cadeautjes die er onder onze schoenen lagen niet uit kunnen pakken, dus hadden we nog een extra verrassing. Ik had een doos met 4 puzzels van Cars en Jay een mooi boek over de boerderij. En weet je wat? Het was maar goed dat ik de Witte Wieven steen voor de deur had gelegd, want anders had Piet niet binnen kunnen komen. Dat zei hij zelf, want ik heb een briefje gekregen. Een briefje van Piet. Echt waar. Ik bedoel maar (hij heeft het wel meegenomen trouwens!).
Ineens stond hij vrijdagavond voor het raam. Papa was er natuurlijk ook bij, maar die zien we dan voor het gemak even niet staan. IEBUH! Wat een verrassing. OK, het was ook al laat, maar als slapen ten koste gaat van avonturen en belevenissen, moet je keuzes maken (lees vorige blog).
Automatisch is dat dan weer aanleiding om op zaterdagochtend naar de markt te gaan m vervolgens mama moederziel alleen (waar komt dat woord eigenlijk vandaan??), terwijl wij, Ik, Dzjez, Siebe en papa de wallen van de vesting opgaan en onze allerstoutste schoen aantrekken (weer zo’n uitdrukking waar je je van af vraagt wie dat bedacht heeft!).
Het is grappig om te ervaren en eigenlijk ook weer niet eens bewust van te zijn dat ik nu al aan het rennen ben over de paden, terwijl ik dat de vorige keer nog niet kon en de tegenzin me tegenwerkte om snelheid te maken.
Misschien geeft Siebe mij wel vleugels in de sandalen, want het was zijn idee om niet een blokje om te gaan, maar van de gebaande paden af te wijken. Daar zaten we, aan de rand van het water. Siebe zat er omdat hij gisteren met de trein is gekomen. Dzjez zit er omdat Siebe er zat en ik zat er omdat ik nieuwsgierig was waarom Siebe en Dzjez er zaten.
Jaja, zei Siebe, jaja, dachten Dzjez en ik en voordat we het in de gaten hadden, zat Siebe hoog in een boom en keken wij naar boven. Daar zat hij, onze broer en onze ambitie om later ook de beste bogenklimmers van de wereld te worden. Het enige wat daar voor nodig is, is het overwinnen van hoogtevrees.
Hey, hey, ik heb daar al een deel van overwonnen. In ieder geval heeft papa een foto kunnen maken, net op het moment dat ik even niet angstig keek. En wat maakt het uit! Ik heb er gezeten, zinder dat papa me vasthield en dat is de eerste stap naar de top. De top van de boom.
Toen we het pieppiepje hoorden van papa zijn telefoon, wisten we dat mama er aan kwam en de terugweg ingezet moest worden. Er is namelijk nog veel te doen voordat Niels en Sabine komen!!! Jaja, die komen, samen met Temme en Jenda plus Liva en dat is een hond.
Wat we niet moeten vergeten in alle consternatie, is dat ik geplast heb op de WC. Geen plas in de luier, maar plas in de WC. Dat zijn de eerste druppels in de goeie richting.
Wat Liva betreft voorlopig geen angst. Eerst moeten we de fiets van Siebe maken en de oude wegbrengen, dan gaan papa en Siebe nog hardlopen en gaat Jay slapen. Dan moeten we nog opruimen, klaarzetten, diep ademhalen want er komt een hond, om uiteindelijk gezellig buiten nog wat iPad te kijken en , na wat gezeur, een paar stukjes wordt te krijgen.
Toen ze er waren was Liva er ook.
En Liva is een superliva hond. Natuurlijk moest ik eerst eerst een paar grote paniekaanvallen verwerken, maar uiteindelijk besefte ik dat die paniek voornamelijk in mij zat en dat Liva daar eigenlijk helemaal niets mee te maken had.
Hetzelfde geldt voor mij, waarbij ik bovendien nog een soort fatalistische inslag heb en met alle geweld een foto van Liva an Liva wil laten zien. Ver voorbij mijn angst en dat is goed. Uiteindelijk heb ik hem geaaid en achterna gelopen en zijn we hele goede vrienden geworden (voor zover dat in zo’n korte tijd kan).
Ik ben over mijn angst van Dzjez heen als het ware (broederprojectie heet dat, en ik weet zeker dat dat niet in de Van Dale staat. Dzjez zit er vol mee en ik ben er gevoelig voor. Dat bouwt karakter, zullen we maar zeggen.
We waren erg creatief ook, ik en Dzjez, want we hebben gekleurd met stiften. Niet allen hebben we mooie tekeningen gemaakt, we hebben aan experimentele kunst gedaan door ook onszelf en de kast en bank te betrekken in het kunstobject. Kwestie van er een extra dimensie aan te geven… Niet iedereen was daar even blij mee.
Gelukkig zijn de stiften niet watervast.
De grande cru was Sabine die met ons mee ging spelen en kleuren, We hebben onze voeten nagetekend, dat is nou precies wat ik bedoel met “Op grote voet leven”. Ineens zie je dingen dan in een heel ander perspectief. Wel ook heel lief van Sabine dat ze zo gezellig met ons speelt.
Jay heeft overigens weer heel erg bewezen dat hij voor het kappersvak in de wieg is gelegd. Geen haarbos laat hij ongemoeid en gevraag of ongevraagd gata hij er in kroelen. Ik zou zeggen dat het bijna dwangmatig is, maar aangezien ik er ook wel een ‘haartje’ van heb, denk ik dat het gewoon een DNAatje is dat zijn kop opsteekt, waar die dan ook vandaag moge komen.
Hoe dan ook, ik zeg Liva en family mogen vaker langs komen. Niet allen is het gezellig, het is ook een interactieve, laagdrempelige manier om van mijn alles-groter-dan-een-halve-centimere-en-het-beweegt-fobie af te komen!
Ik heb een tijdje gedacht over de titel van dit stukje en het had van alles kunnen zijn, maar is dus knuffelaars geworden. De reden is dat knuffelen een rode draad is in mijn en ons leven.
Siebe houdt er enorm van en knuffelt vaker met papa dan dat hij naar de wc gaat (hij moet natuurlijk veel knuffels inhalen), Zelda houdt van knuffelen met mama en papa en met iedereen met een hoog knuffelgehalte (met name ik en Dzjez) en dan is er nog het onderlinge knuffelen en de knuffels op de crèche.
Nou kun je vanallusennogwat zeggen over knuffels, maar ze zijn erg gezond. Volgens het boek van Dick Swaab (ik moet het nog lezen hoor, en leren lezen, en echt goed praten feitelijk ook, alhoewel dat telkens beter gaat. Met name voor de mensen die me kennen en in staat zijn mijn klanken te vertalen naar woorden. De intimi zogezegd) ‘Je bent je brein’, want als je knuffelt komt er oxytocine vrij via de hypothalamus en schijnt een belangrijke rol te spelen bij het verbinden van sociale contacten met gevoelens van plezier.
En laat plezier nou precies datgene zin wat ik het allerbelangrijkste vind in de hele wereld! Gelukkig vinden Wouter, Julia, Dzjez en Cato knuffelen ook belangrijk.
Knuffelen kun je ook met geblazen bellen uit debellenblaasdoos. Die kun je achternazitten en hopen dat je ze pakt!
Bovendien zijn de achterburen 60 jaar getrouwd en zij zagen al die ballonnen… Het was maar goed dat we vast gegespt zaten in de stoeltjes van de bakfiets, want ik denk anders niet dat we ons in hadden kunnen houden. En met onze reputatie als balonnenknappers, zouden er weinig ballonnen over zijn om het feest te vieren. Papa heeft er een stukje over geschreven. Dat lees je hier.
Vandaag was ook weer een knuffeldag, want we gingen naar Hilversum. Naar de markt en naar de Toko (met papa en Zelda). De Toko wordt ook wel de Baliwinkel genoemd, zegt papa, dus heb ik als eerste toen we binnenkwamen tot 10 geteld in het Indonesisch en gegarandeerd dat je dan kroepoek krijgt. Dan maakt het ineens niet meer uit hoe lang papa aan het praten is met de baliwinkel-meneer-met-tatoeages-die-van-koken-houdt.
Daarna moesten we eerst de karrenvracht groenten fruit in de auto leggen, want daar kon je niet fatsoenlijk mee rondlopen. Toen splitsen de groepen zicht opnieuw op. Een groep sportsokken-voor-mama en een groep kado-voor-Nynte-en-Senn. Ik zat in groep 2.
Die speelgoedwinkel was een waar Walhalla! Knuffels, te veel om op te noemen, dus sleepte ik de grootste door de hele winkel heen, terwijl papa een verrassing kocht voor Zelda.
Zie je wel, knuffelmania.
Maar dat is nog niet alles. Zoals de zaken er vandaag uitziet dat ik NIET naar bed ga… De kunst is dat ik gewoon doe alsof er niets aan de hand is en dan vergeten ze het gewoon.
Goed gezien, want we gaan nog naar ons eigen zoetwaterstrand-om-de-hoek. Dat is een heel georganiseer, want er moet gegeten worden, gekookt, ingepakt en vertrokken, maar Uiteindelijk zaten we op fietsen en bakfietsen, bepakt en bezakt richting het Gooimeer.
Met dit weer is het Gooimeer veel meer dan mooi weer, temeer, er weer water bij betrokken is. In eerste instantie ben ik niet van plan in het water te gaan, maar gaandeweg vergeet ik mijn voornemen en wordt eerst ontvoerd door mama die naar Siebe, Zelda, Jay en papa loopt bij ‘de balk’ en later vergeet ik nog veel meer…
Ik wordt gedwee door Zelda meegenomen om vervolgens in mijn eentje te besluiten dat water gewoon lekker is. Ik dobber samen met papa in het diepe en spreek mijn oerinstincten aan als het aankomt op zwembewegingen. Zo zie je maar weer. Als je geen paniekerige Dzjez om je een hebt, ben je tot grootse dingen in staat!
Ik moet zeggen dat dat gedoe met Jay-zonder-angst me een beetje parten speelt. Hoe kan zo’n groot klein mannetje, zo stoïcijns in het water drijven, terwijl ik denk dat de wereld vergaat.
Dat betekent op 1 of andere manier dat ik mijn angsten moet overwinnen, dus dat is iets waar ik eens diep over na ga denken.
Eerst moeten we nog volleyballen en Jay moest nog een beetje in het zand spelen met emmertjes en schepjes.
Gelukkig is de dag daarna nog niet voorbij en kunnen we eerst nog even de speeltuin met Zelda! Zelf naar boven klimmen en dan via de glijbaan naar beneden. Joepiedepoepie!
Als we terug zijn, besluit ik dat het de hoogste tijd is om nog eens lekker in het water te gaan. M’n zwembandjes had ik nog om, Zelda is altijd in voor dit soort avonturen, dus we zijn op weg.
Voordat ik het weet lig ik lekker in het water spatteren en vole me een authentieke waterrat. Lekker in het water, lekker met mijn emmertje, lekker in de zon.
Dat was het moment voor mij waarop ik de knoop doorhakte (en de knoop in mijn buik vaarwel wens) en voordat ik er erg in had, had ik mijn zwembroek en bandjes aan en sta tot onderaan mijn knieën in het water! Het zegt wel iets. Als zelfs ik in staat ben om dit debacle te overwinnen, dan kan iedereen zijn innerlijke angsten toch eens stevig bij zijn kladden en lurven pakken? Precies.
Ik was nog lang niet klaar met spelen, dus toen ik betrekkelijk schoon uit het water kwam, dacht ik dat er betere manier zijn om droog te worden dan de zon. Bijvoorbeeld zand…. Dat deed ik dan ook vol overtuiging!
Lekker rollen in het zand als een varken in de modder. Ik begrijp nu wat voor een bevrijdend gevoel dat geeft. Respect voor de speklapjes!
Maar daar was de dag nog niet mee afgelopen….
We hebben vormpjes gekocht om zelf ijsjes mee te maken en als Zelda in de buurt is, gebeurt dat onmiddellijk. Dus, in de vriezer lagen een paar heerlijke plastic potjes limonade heel erg hun best te doen waterijs te worden. De belofte is, dat we er na het eten één krijgen….
Dat is een goede reden om eens goed mijn best te doen. Eigengemaakte appelmoes, worteltjes (nog steeds niet mijn favoriet) en kibbeling.
It wie wer in moaie dei,
mei in persoanlik e oerwinning.
Dat is de eigenlijke titel, maar dat past niet in de koptekst. En nu weet je nog niet waarom de titel is wat’ie is. Nou, ik zal een lang verhaal kort houden. H2O….
Ring-a-bell?
Ring-a-Bali?
Dus wij gaan op vakantie. Naar Irene, Noa en Quyn (ik weet, ik heb het vaak gezegd) en die wonen in Bali, of eigenlijk óp Bali, want het is een eiland. En het punt met eiland is dat er in het algemeen een zee of een groot meer omheen ligt. Als je dan ineens besluit om naar huis te gaan, dan moet je…
Precies, een vliegtuig nemen, maar Irene en Noa en Quyn hebben ook een zwembad. En papa heeft uitgelegd dat het misschien wel leuk zou zijn dat wij daar samen in kunnen zwemmen. Om eerlijk te zijn vind ik dat wel een goed idee, maar, ik hou NIET van water. Zelfs als mijn tenen nat worden krijg ik het op mijn heupen, dus daar zijn nog wel wat hordes te nemen.
Ik hou ook niet van water, maar dat komt vooral omdat Dzjez het eng, onleuk en nat vindt. Bovendien is hij een regelrechte dramaqueen met de uitstraling van een hoogtezon en aangezien ik nog klein ben, neem ik dat met dezelfde dramatiek over.
Kortom, als Dzjez zijn watervrees overwint, ben ik de man die naast hem in het water drijft, dus toen papa gisteren zei: “Laten we gaan zwemmen” was ik er klaar voor!
Grappig genoeg was het Dzjez die over-enthousiast reageerde, dus je kunt je voorstellen dat ik er een paar grote ogen op nahield. Dat heb ik niet laten merken, want dan ben ik het type dat meesurft op de positieve vibe.
Dus naar het zwembad en ik heb er zin in! Zoals gezegd, om een lang verhaal kort te maken (en ik ben beter in korte verhalen langer maken, dus dit is een hele uitdaging), ik heb grote sprongen gemaakt. Kijk maar: