Dat is een beloftevolle titel hè?
Dat dacht ik, maar laten we beginnen met de vraag of een kinderboerderij een dierentuin is en waarom een dierentuin dan geen kinderboerderij is. In dit geval is de volgorde van de constatering van belang, want strik genomen kun je zeggen dat een kinderboerderij ook een dierentuin is. Want je hebt er dieren die strikt genomen in een tuin lopen, want een echte tuin is namelijk niet te vinden in een dierentuin (dat is dus een menselijk bedenksel). Een dierentuin is geen kinderboerderij, want er is geen boerderij. Bovendien is het best moeilijk om een giraffe te melken, want dan moet je op een krukje staan. En melken en krukjes is nooit een goeie combinatie. Vraag dat maar aan de melkboer.
Een dierentuin, en meer specifiek Artis, is wel een mooie plek met heel veel dieren (en mensen, want de parkeerplaats was al helemaal vol en de eerstvolgende ook en dus stonden we pas in de parkeergarage van het Waterlooplein.
Voor ons is dat niet erg want een kleine wandeling is onderdeel van het avontuur en de ervaring. Bovendien zat ik in de buggy, dus wat kan er gebeuren?
En het was ook nog eens heel mooi weer, dus we hadden dubbelgeluk. We waren goed voorbereid, want mama had haar nieuwe gifgroene rugzak mee en het lijkt er op alsof de binnenkant een vierde dimensie bevat, want hij raakt maar niet vol! Het scheelde weinig of ze had de bakfiets er ook nog ingestoken.
Artis is een goede aanleiding om de nieuwe rugzak te onderwerpen aan een grondige serie test, zodanig dat we hem met een geheel gerust hart mee kunnen nemen naar Bali. Het is wel een hele mooie met wel 98 zakjes, gespjes, riempjes, ritjes en houdertjes, met andere woorden, reuzepraktisch (en een ontdekkingstocht op zich).
Voor de tocht naar Artis had mama er allemaal heerlijke broodjes, appels en flesjes drinken (en lekkers) ingepakt. Dat was alleen voor ons, wat de dieren mag je niet voeren. Daar mag je alleen naar kijken. Zij zijn namelijk op een bijzonder dieet. Bovendien, als iedereen ze gaat voeren heb je straks 2 Artissen nodig, want dan passen ze niet meer in 1 kooi!
De eerste dieren die we tegenkwamen waren Japanse Makaken en er waren geen Namaken, ze waren echt en authentiek en hadden bovendien een trucje geleerd. Ooit was er eens een slimme Makaak die het niet lekker vond dat er zandkorreltjes op zijn vruchtjes zaten, en na lang denken en om zich heen kijken, bedacht hij dat hij het water ging afspelen. En wat denk je? Korreltjes weg, lekker stukje fruit. Die andere Makaken dachten “Dat kan ik ook” en zo begonnen alle Makaken in zijn buurt met het afspoelen van hun fruit. Het spoelgebruik van de Makaak was in de maak en toen ging er een Makaak op reis en wat denk je? Precies, die namen het ook over en nu was elke Makaak maar raak!
(als je afvraagt wat zijn die foto’s mooi, dan klopt dat, want mama maakt ze met haar nieuwe camera)
De tweede stop waren Pelikanen, nou dat zijn pas slimme eenden! Die hebben zo’n grote ondersnavel dat ze nooit een koffer mee moeten nemen op reis. Ik bedoel maar.
Ik zat gezellig bij Siebe op het bankje te kijken en namen de tijd, want we hadden alle tijd. Tijd is in dat opzicht een redelijk betrekkelijk begrip. We hadden ons ook druk kunnen maken omdat er zoveel te zien is en Artis dichtgaat om half 7, maar dat doen we niet en dus kun je alles op het gemak doen.
Over gemak gesproken, die leeuwen lagen daar echt op het gemak. Nu heb je natuurlijk ook niet veel ruimte om hele spannende dingen te doen, maar ik denk dat ze daar ook aan gewend zijn. Ze weten niet beter en denken daar ook niet over na, dus liggen ze lekker op een tak.
Hetzelfde als met een mol.
Je kunt een mol vertellen over mooie witte stranden, met een heerlijke zon en ruisende oceanen en uitleggen hoe heerlijk het is in het water te duiken, maar een mol zal je hooguit verbaast aankijken om vervolgens terug in de donkere aarde te kruipen. Het komt er allemaal op neer waaraan je bent gewend (en het feit dat je een brein hebt om bepaalde zaken bij elkaar te redeneren). Dat is voorlopig mijn standpunt.
De krokodil klopte niet. Die was namelijk niet groen, maar voor de rest deed’ie goed zijn best er uit te zien als een krokodil. Zijn echte naam was een Onechte Gaviaal (nu denk je natuurlijk dat ik een grap maak, maar dat is niet zo. Kijk maar eens hier voor de agnosten onder ons).
Het hok met giraffe was leeg, maar toen zagen we dat ze in hun achterdierentuin aan het spelen waren met zebra’s en struisvogels. Niet dat ze nog haasje over deden hoor, dat hadden ze een keer geprobeerd, maar de giraffe won altijd, maar wel gezellig achter-elkaar-aan-rennertje, waarbij de struisvogel onverwacht snel was!
De tijgers waren op vakantie, want hun kooien gaan verbouwd worden, maar de waterval was er gelukkig wel! Door een tunnel waar je al lichtelijk beïnvloed door donderend geraas en ineens was hij de daar. Boos water dat zich met ware doodsverachting naar beneden stortte! Jay wilde er niet meer weg, die vond het echt retegaaf!
Ik snapte niet waarom al die mensen naar een glas zaten te kijken. Er was toch niet veel meer te zien dan de reflectie van hun eigen gezichten?
Toen we dichterbij kwamen voltrok zich een soort wonder, de reflecties verdwenen en maakten plaats voor een groep grappige zeehonden die geheel synchroon rondjes aan het zwemmen waren in het bassin, waarbij ze telkens sierlijk draaiden vlak voor ze dwars door het raam gingen zwemmen. We hebben Dzjez er niet van kunnen overtuigen dat dat niet het geval was, maar ja, dat is Dzjez.
Daarover gesproken, wat we nog niet gezien hebben zijn de orang-oetangs en die moet je natuurlijk wel gezien hebben als je naar Artis gaat. Na de zeehonden, de pinguïns en de schildpadden, kwamen we bij een leeg hok. Nou ja! Bleek dat ze buiten zaten!? Terecht, want het was heel mooi weer!
Die orang-oetangs zijn gaaf en die ene heel erg groot. Ze lijken ook erg op mensen, want als je ziet hoe ze kleine zaadjes van de grond afpakken… Heel knap.
Die ene orang-oetang is de baas en de anderen zijn een beetje bang voor hem, want ze lopen allemaal weg. Dat is op de creche soms ook een beetje zo en zo zie je maar weer, apen lijken best op mensen.
Al met al waren we al best lang aan het lopen in de dierentuin en dan wordt je ongemerkt best wel moe, dus de vijver met nog meer pinguïns was een welkome stop, want er stonden stoelen en een bankje. Goed gezien van die Artis-mensen.
Maar goed, we waren nog niet klaar hoor, er was nog een aquarium waar we naar toe moesten. Best knap die aquaria zo recht voor je neus, je kijkt die vissen recht in hun kieuwen bij wijze van spreken. Sommige vissen waren echt groot! En ik was bang dat ze door het raam zouden zwemmen. Dat kan hoor!
Ik zei het toch. Dzjez denkt dat het glas kan breken, maar ik weet wel beter. Ik weet wel meer dingen, zoals het feit dat ik totnutoe ongeschonden de dierentuin door ben gekomen en ergens onderbewust klopt dat niet.
Gelukkig was er nog een groot grasveld waar je heen en weer kunt rennen, want onzichtbaar voor het menselijke oog, precies in het midden is het water lang genoeg blijven staan om een modderpoel te maken. Je raadt het al, ik tuimel daar in de tweede run heel mooi in!
Handjes, knietjes en schoentjes lekker onder de modder. Missie geslaagd! We kunnen naar huis en daar waren we toch al onderweg naar toe.
Naar huis! De dag is voorbij gevlogen! Nog een paar vogels links en rechts en een pas ingetrokken groepje stinkende stinkdieren (want die moesten toch nog een beetje wennen aan de marters met wie ze het hok delen en dan laat je van schrik wat vaker windjes dan wanneer je in je eigen hok zit) om dag te zeggen. Maar een dag in de dierentuin is natuurlijk geen goeie dag als je ook niet een kameel hebt gezien.
Hey Kameel,
je bent niet heel,
je hebt maar één bult
en kijkt een beetje scheel.
Ik weet niet of het waar is
en of het niet hier maar daar is
maar wat ik zeer zeker weet is
jij bent een dromedaris
Maar toen waren we al bij de uitgang van een dag vol prachtige indrukken en gingen we op weg terug naar de auto, die bijna in het water zit (onder de grond naast een gracht).
De dierendag was overigens nog niet voorbij, want we gingen patat met kip eten! Daarover nadenkend, we hebben geen koeien gezien. Achteraf logisch, want het was geen kinderboerderij!
It wie wer in moaie dei.