Het was een snotterige en loperige week.
Ik weet dat jullie dat liever niet horen, maar sommige dingen zijn nou eenmaal zo als ze zijn en in mijn geval liep het uit mijn neus en uit mijn linkeroor. Dat van die neus in controleerbaar, behalve dan dat ik niet wil snuiten. Dat van het oor niet. Het loopt goed door en dat is belangrijk volgens de boekjes, maar het stinkt ook! WOW, ik wist dat ik kon stinken, maar dat komt ergens anders vandaan. Dit is echt een buitengewoon knappe stinkgeur. Eén met veel facetten en IK ben er trots op. Bijkomend voordeel is dat ik elke dag schone lakens krijg.
Het vocht op mijn polo is water…
Ik heb dan weer niks noemenswaardig. Ik ben vooral bezig de wereld te ontdekken en dat bevalt me meestal goed. Soms neem ik iets te veel hooi op mijn vork en dan schrik ik HARD en moet ik even huilen, maar het grootste deel van mijn ontdekkingen gaan vlekkeloos en vol nieuwe indrukken.
Zoals het avontuur met de doos. Een doos kan er voor zorgen dat het licht uitgaat en dat is eng. Hoe het precies werkt weet ik niet, maar als je hem over je hoofd heen trekt, wordt het donker en zie je niets! Als je hem er dan weer af doet gaat het licht weer aan…. Ik kan ook dozensjouwen. Dan loop ik met de doos van de ene kant naar de andere kant. Jaja, LOOP door de kamer.
Bovendien ben ik veel aan het bellen met mijn onzichtbare vrienden de laatste tijd. Dat komt door mijn magische plastic telefoon. Die heeft niet een simkaart maar een slimkaart, daardoor heb je geen abonnement nodig. Of een telefoonnummer. Hij doet het gewoon en kan ik fijn bellen!
Het was wel koud trouwens! Zeker als papa het niet nodig vind om handschoentjes en mutsen op te zetten. Word je hard van, zegt’ie, nou dat klopt. Zo hard als bevroren vingertjes (ok hier overdrijf ik ten behoeve van de dramatiek van het verhaal). Gelukkig was het warm op de crèche en is de weg er naar toe niet zo lang. We kunnen wel de lichtjes van de bakfiets aandoen, waardoor we een straal hebben. Die fietst voor ons uit en kunnen wij goed zien, waar we naar toe gaan.
Grootste avontuur van de week was wel het bezoek aan opa en oma (ik en Jay waren woensdag ook al gaan wandelen in het bos).
Ho en wacht eens even! Voor mij was dat een groot avontuur. Ik heb daar namelijk wel 104 kilometer gelopen. Vooral in het bos gaat dat heel goed. Sowieso was het de eerste keer dat wij als brothers samen mee gingen met opa en oma. Voor mij is dat dus bovendien een heugelijk moment. Dat betekent dat ik groot wordt. Dus.
Mijn knieën hebben wel heel veel de bosgrond gezien en die vonden dat mooi. Samen met mijn billen die ook vaak een touch-down hebben gemaakt. Ja, beregezellig! Gelukkig hebben we die dan weer niet gezien.
Mag ik weer?
Ik heb opa geholpen met de KERSTBOOM! dat is pas een mooie gewoonte. In plaats van zelf naar het bos gaan, haal je een stukje bos in huis en verkleed je dat als een tierlantijn. Maar eerst moeten we dat ding temmen in de regen. Met al die takken en naalden en die kluit met aarde moesten we dat met goed fatsoen in een pot krijgen, om dat vervolgens naar binnen te transporteren. Opa had maar geluk dat ik er was, want anders was het niet gelukt! EN ik had mijn gele Bob De Bouwer helm op. Een garantie voor kerstbomensucces!
Wij gaan er ook een halen.
It wie wer in moaie dei.