Niet dat we normaal niet veel energie hebben, integendeel (en dat heb ik het over Jay in het bijzonder), maar als de zon schijnt hebben we er gewoon wat meer.
Dat inspireert tot mooie ideeën en nieuwe initiatieven. Eén er van is de buurvrouw bloemen geven. Gewoon omdat we er zin in hadden en vooral omdat bloemen nou eenmaal mooi zijn. Die geven ook energie. En aangezien wij elke dag toch wel even bij de buurvrouw zijn, hebben we er zelf ook wat aan!
Ik was ook geïnspireerd en wilde een cape om toen we naar de slager gingen. Ik loop dan ook een anders. Een beetje ridder en superman ineen. De slager was zo onder de indruk dat we zomaar een stukje worst kregen.
Daarna gingen we naar de markt, maar toen hadden we cape niet meer om. Dzjez wil dan altijd wandelen op de heuvel en ik zeg dan ja, maar als ik er dan ben heb ik geen zin meer om te lopen. Dan wil ik gedragen worden. Papa denkt daar anders over. Hij vind dat ik moet lopen, boe-oeh!
Gelukkig hebben we ook rustmomentjes en kunnen genieten van de grassprietjes en bloemetjes.
Omgekeerd moet je me geen bal geven, want dan ben ik ineens een dribbelende stofwolk. Dat was zondag en ik zien nog steeds de verbaasde-met-de-tong-op-de-grond-gezichten van papa en mama. Bij mij is het net alsof er een knopje in mijn hoofd omgaat en mijn grove motoriek in mijn onderbewuste wordt gestopt en het instinct het overneemt. De ware Jay.
Ik kijk mijn ogen uit en houd het op de glijbaan. De glijbaan en ik hebben een afspraak: Ik ga er 169 keer vanaf. Dat heb ik met gemak gehaald. Ik had ook een vriendje, Victor, 2 jaar ouder, maar die kon me niet bijhouden. Waar ik dan weer heel veel buitengewoon minder zin in heb is het water. Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt. Zal wel met een vorig leven te maken hebben….
Fastforward naar vandaag, want het is weer mooi weer en geen creche, dus nadat we papa hard uit hadden gezwaaid, mama de tas had gepakt gingen we terug naar het strandje.
Deze keer waren we helemaal alleen.
Dus meer ruimte voor ons en dat was precies wat ik nodig had voor mijn nieuwe spelletje. Vuilnisdravertje. In essentie komt het er op neer dat ik elke prop als een goed excuus zie om als een ongelooflijke Speedy Gonzales naar de prullenbak te rennen en weer terug. Vrolijk zwaaiend naar mama. Keer op keer, op en neer.
Ik had duimbaan op de glijbaan. Met de wind in de haren en de zon op mijn bol, slaat mijn glijmotoriek geheel op hol, als het ware. Mama ondertussen zat verstop onder de deken, met één oog een boek te lezen terwijl ze met het andere oog naar ins keek. Goeie deal.
It wie wer in moaie dei.