Ik was een vroegertje vandaag.
Ik werd wakker om kwart over zes. Papa en mama waren al op gelukkig. Ik ùoest er een beetje inkomen. De dag en het wakker zijn. Soms heb je dat. De eerste melk maakte me al milder en de boterham die mama had gemaakt zorgde er voor dat ik smolt en klaar was voor de dag. Beetje ongeduldig, dat wel en niet echt box-minded. Ik ben meer een out-of-the-box type. Net als papa.
Ik ben wel voor out-of-the-box-denken. Dat houdt de beweging er in en zorgt voor verandering. Het is een beetje zoals met bewegende deeltjes. Hoe zachter ze bewegen, hoe kouder het is, zoals ijs, daar staan de deeltjes stil. Harder ze bewegen, betekent warmte en warmte is energie. Ik bedoel maar.
En dan is er het Ogenblik. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk, maar papa hield mij en m’n ogen laatst in het licht en was er van overtuigd dat ze bruin(er) werden. Mama keek blij, maar papa twijfelde. Samen weten we het niet, dus het is nog even wachten, of dit is het.
Vandaag heb ik met mijn vriend Liam gespeeld. Samen beleven we avonturen en praten honderduit. Niemand verstaat dat, inclusief wijzelf. Zo geheim is die taal van ons. Het is wel grappig hoe dat werkt. Papa brengt me, de leidster zegt “halloooo Dzjez” en ik wordt verlegen. Papa zet me op de grond en ik been naar Liam. Zo gaan die dingen.
Oh ja, wat een sneeuw lag er! Cool. Letterlijk, maar ik hou wel van die frisheid. Wat ook cool is, is ons uitstapje naar de Judo-hal. Daar kunnen we lekker rennen zo hard we kunnen. Geen muren of struikeldingen. Ik ga ook op atletiek, net als Siebe. En schaatsten, en nog wat dingen, als ik weet wat het is.
Ik kwam moe thuis, waardoor het noodzakelijk was om de Sesamstraat-truc toe te passen. TV als afleidingsmanoeuvre en het werkt. Ik heb de Andijvie vrijwel opgegeten, maar daarna was het bedtijd.
It wie wer in moaie dei.