Niet voor mij hoor en eigenlijk ook niet voor m’n broer, maar vooral voor mama.
Haar buik is zo dik, dat je nooit meer echt heel dicht bij haar kunt komen, tenzij je je om haar buik heen krult. Maar die buik weegt ook best veel! En bij alles wat ze doet, moet die buik mee. Dat kun je aan het eind van de dag ook wel zien. Dan is ze moe en moet naar bedje toe.
Raar is het dan dat ik eerst naar bed ga.
Maar goed, ik was ook moe en mama moest nog eten en wilde ook nog even met papa op de bank. Maar eh, mama! Niet te laat naar bed gaan hè!
Ik was naar de Riddercrèche vandaag en papa heeft me gebracht. Hij wist de code niet om binnen te komen! Gelukkig kwam er net iemand naar buiten, anders hadden we heel lang voor de dichte deur gestaan.
Binnen voelde ik me direct op m’n gemak. Lekker spelen, denk ik dan en rennen en babbelen. ‘Tuurlijk doe ik dat! Ik ben een dreumes en bijna een peuter. Zo gaan die dingen. Ik ben mijn bovenbenen aan het trainen! Voor later als ik met papa ga hardlopen!
Papa heeft me ook terug opgehaald om half 6. Toen was ik uitgespeeld en had een rood oor. Roodoor… dat klinkt als een Riddernaam! Ridder Roodoor. Mmm, daar ga ik eens over nadenken.
Thuis was ik echt moe. Ik heb uiteindelijk met de gebruikelijke afleidingsmanoeuvres een potje gegeten en m’n yoghurt, maar daarna was ik klaar. Ik was blij dat ik m’n pyjama en slaapzak aan had en m’n flesje kreeg.
It wie wer in moaie dei.