Lotte Praatgraag

Zowel ik als Jay praten meer en meer en terwijl ik rustig in de bakfiets zat, borrelde het volgende verhaal bij me op (weer eens wat anders):

Lotte is een meisje dat graag en veel praat.

Niet dat ze veel te zeggen heeft, ze vind het gewoon heerlijk om te kletsen, te babbelen, te roddelen, te fluisteren, te roepen, te schreeuwen en te mopperen. Een echte woordenverkwister.

Op zich is het natuurlijk geen probleem, al dat ‘gepraatgraag’, maar in het geval van Lotte waren de woorden die er uit gingen, meer dan de woorden dan er in gingen. Met andere woorden, haar school leed er onder.

Het gevolg? Een niet al te best rapport voor het tweede trimester.

Haar vader was niet echt blij, haar moeder was niet echt blij en haar Opa keek haar eens diep aan met een veelzeggende glimlach op zijn gezicht.

Waarom lach je? Vroeg Lotte.

Ik lach omdat ik je ken, zei Opa en ik weet niet of jij het weet, maar ieder mens wordt met een beperkt aantal woorden geboren. Dat zijn er heel veel hoor, miljarden, maar als ze op zijn, zijn ze op. En dan valt er letterlijk weinig meer te zeggen.

Haha, jaja, zei Lotte en jij bent een fantast! En ik vind je fantastisch en ik hou van je, maar geloven doe ik je niet! Ze gaf hem een dikke knuffel en ging weg.

Onderweg naar school, op haar fiets dacht ze na over alle dingen die ze nog moest vertellen, zeggen en vooral meedelen en besloot daar, ter plekke, fietsend op het zadel, nog meer te gaan praten.

Een onuitgesproken woord is een onbestaand woord, dacht Lotte en dat gun je geen enkel woord. Lotte zag het als haar verantwoordelijkheid heel veel woorden uit te spreken. Ter ere van de woorden.

Ze was blij toen ze op school aankwam en haar eerste vriendin zag, want dat gaf aanleiding het eens goed op een tetteren te zetten. Over koetjes en kalfjes en ditjes en datjes, over sus en zo en vooral over vanallusennogwat en opeens.

Opeens veranderden de woorden “weet je,..” in een piep en een skwiek (skwiek is het Nederlandse woord voor het Engelse woord Squeek, wat dan weer een uitroep van een veerachtig vogeldiertje is).

Lotte probeerde het nog eens, maar met hetzelfde bedroevende resultaat. Haar woorden klonken niet meer – maar vooral niet minder – dan het piepen van een pas uit zijn ei gekropen kuiken.

Het zal toch niet waar zijn hè! Vertelde Opa de waarheid? Ze besloot ter plekke, volledig tegen haar natuur in, die dag haar mond te houden.

Ze dacht, als ik nu de hele dag niet praat, dan is vanavond alles goed. En natuurlijk was het zo’n dag, waarop alle vragen van de meester én de juf gesteld werden aan Lotte. En het enige wat Lotte kon doen was haar schouders optrekken, haar mondhoeken naar beneden en schudden met haar hoofd. Ook al wist ze het antwoord op de vraag.

Het grappige is dat de minuten een stuk trager gaan als je niet kunt praten. Het is net of er stiekem een seconde of 10 in elke minuut sluipen, waardoor een uur, 10 minuten langer wordt (reken maar na!). Het was een echte verlossing toen de bel ging! Lotte  smeet haar boeken in haar tas, slingerde de tas om haar schouder, rende naar haar fiets en racete naar huis.

Onderweg kwam ze Ruben tegen, de knapste jongen van de school en hij bleef naast haar rijden en zei: ‘Jo’.
Lotte werd rood en warm en stak haar duim op. Nee! Een duim is zo on-cool, dacht ze, werd nog knalroder en ging nog harder fietsen. Ruben verbaasd achter zich latend. Nee hè! Kon het nog erger worden dan dit?

Gelukkig kwam ze zonder verdere mogelijke woordenwisselingen thuis.

Hè, hè, dacht ze, ik heb het gered! Snel ging ze naar binnen en zette een kop thee met honing. Dat zou alles oplossen en haar stem terug toveren. Honing verzacht de keel…. Toen de thee klaar was, nam ze (te) snel een slok. Ook dat nog, nog m’n tong verbrand, dacht ze bijna hard op.

Toen ze de thee op had, ging ze er echt voor zitten, haalde diep adem en liet de lucht langzaam door haar mond naar buiten gaan. Haalde nog eens diep adem en wilde “De koetsier poetst de postkoets met postkoetspoets” zeggen, maar het enige wat er uit kwam was een piep en een skwiek.

Opa had dus toch gelijk! Ieder mens wordt geboren met een bepaald aantal woorden en daarna….?! De angst sloeg haar om het hart en ze kreeg het opnieuw warm! Nooit meer kunnen praten! Het idee alleen al verstomde al haar gedachten.

Enfin, om een lang verhaal kort te maken en er verder geen woorden aan te verspillen (hèhè, eindelijk), de reden van Lotte’s gepiep en geskwiek, was een acute keelontsteking en werd snel opgelost met een paar kleine pilletjes.

Om het korte verhaal lang te maken: Lotte praat sindsdien veel minder, maar zegt  veel meer.

En zo zie je maar weer, ook al heb je oneindig veel woorden tot je beschikking, soms is het beter eerst te denken en dan te praten.

Dzjez

Nog even een paar woorden. Toen we thuiskwamen ging Siebe (bijna) weg. Hij gaat naar het Chirokamp. Ik ga Piebe missen, maar gelukkig is Zelda er nog wel!

P1110322P1110329

It wie wer in moaie dei.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s