We nemen gewoon een voorschotje op ons ridderschap.
Dat is voor wanneer Jay kan lopen, ik permanent niet meer in mijn broek plas en mama vindt dat we er klaar voor zijn. Ik bedoel: er 557% zeker van is dat er niks mis kan gaan. En 557 is niet per ongeluk gekozen. Het is toevallig het 102de priemgetal en dus alleen maar deelbaar door 1 en zichzelf, wat de som van de delers automatisch 558 maakt, wat overigens geen priemgetal is. Het eerstvolgende is overigens 563 (ook een mooi getal) en het is ook geen Fibonacci getal. De som is 17 en de som daarvan is 8 en dat is dan weer het aantal gouden kerstballen in onze kerstboom. En zo zie je maar weer, toeval bestaat niet.
In ieder geval, tot die tijd hebben we thuis genoeg mogelijkheden om held te zijn en in het geval van Jay, die is hard bezig minder ziek te worden. Vieze medicijnen zijn uiteindelijk niet voor niets uitgevonden (alhoewel ‘vies’ subjectief is . Ik vind het namelijk best lekker, want ik heb precies hetzelfde drankje. Jay is in dat opzicht een beetje een draakje, wat op zich ook een vaardigheid is). Daarom hebben we dus een cape om (dat en omdat papa dat bedacht heeft. Zonder hem zou het leven een stuk, eh, rustiger zijn….)
Ik ben wel aan hem gewend hoor.
Ik ken hem eigenlijk zo al mijn hele leven. Vanaf de dag dat ik geboren ben doet hij zo, alhoewel ik denk dat hij met Dzjez nog een paar trapjes er boven op heeft gedaan. Met voorbedachte rade denk ik. Dzjez is zijn handlanger in het doen van gekke dingen. STEREO dus. Van twee kanten tegelijk. Maakt mij een gezonde gek, want zoals Stef Bos al zong: “Gek zijn is gezond!”Maar ja, ik voel me wel beterder. Ik moet wel een beetje afscheid nemen van de zieke Jay, want die sluimert nog steeds wat door de optrekkende wolken van ziek zijn heen. Gelukkig helpen Siebe en Zelda hard mee om niet ziek meer te zijn. En morgen is het kerst. Benieuwt wat dat gaat brengen…
It wie wer in moaie dei.