Zo kwam ik thuis van de creche.
Met een dikke lip, want ik was gevallen en als ik val doe ik het goed (simpel vallen is onderdeel van mijn motoriek en een vorm van voortbewegen). Deze keer heb ik de val opgevangen met mijn lip en dat betekent dat die ook niet zomaar weg is. Nee, die zit er nog wel even. Ik aan de andere kant heb er geen last van. Hoort bij het leven. Dus.
Voor mij was het de vrijdag nadat ik uiteindelijk 2 nachtjes geslapen heb en dan betekent dat SIEBE EN ZELDA KOMEN! Dat is al dagen wat ik als eerste zeg als ik wakker word en probeer, door te smokkelen met de tijd, dat ze eerder komen. Dan zeg ik: “Een paar uurtjes hè? Ik heb nu een paar uurtjes geslapen, dus nu komen ze!” maar dat helpt niet. Het blijft 2 nachtjes en dan 1 nachtje en nu is het dus zo ver.
En dan denk je nadat papa weggaat in de ochtend in z’n chice outfit dat ze er zo zijn, maar dan heb je het mis! Nee, ook nadat we in bad zijn geweest en hebben gespeeld zijn ze er nog steeds niet. En als papa dan eindelijk een foto stuurt, en zij enthousiast foto’s terugsturen en wij voor het raam gaan staan wachten, is het nog steeds niet zo ver…. Maar dan, ja dan, na een lange dag wachten, uiteindelijk: “Ja, daar zijn ze!” roept mama en ik barst bijna uit elkaar van blijdschap!
Eerst ZELDA die we heerlijk kunnen knuffelen. Dzjez is dan al door om om de hoek te kijken waar Siebe blijft, en dan SIEBE! Nog meer knuffelen! En dan lopen we als kippen zonder kop door het huis en zijn heel erg blij en ik ga dan telkens bij Siebe en Zelda op de bank zitten. Dicht bij ze, dat is fijn. En Dzjez die loopt met rode wangetjes rondjes en praat dan een octaaf hoger. Mooi is dat!
Nou dat mag! Want het is leuk! Zaterdag hebben we een gezellig dagje gehad en zijn naar de markt geweest en naar de bibliotheek. Het was ook heerlijk weer. 9 graden en een strakke zon. Echte lentedag. En wie dat ook vonden waren opa en oma, want die kwamen ineens op hun elektrische fietsen de hoek omgezeild! Helemaal uit Nederhorst den Berg! Papa deed het omgekeerde, die ging net weg op zijn fiets zonder batterijen. Zijn eigen batterijtjes opladen.
ZONDAG EERSTE PAASDAG
Het meest heugelijke op deze dag is wat mij betreft dat ik voor het eerst “Zelda” heb gezegd! Echt waar! Het was er uit voor ik er erg in had en Zelda maakte een sprongetje in de lucht van blijdschap. Ik deed dat ook, maar kan nog niet zo goed springen, dus viel daarna om, maar dat neemt niets van de heugelijkheid weg! Later zei ik nog per ongeluk “Siebe” ook, alhoewel dat een beetje gek klonk. Over nieuwe woorden gesproken, ik kan sinds gisteren ook “Dikkiedik” zeggen en dat zeg ik dan heel snel achter elkaar!
Op dit soort dagen ga je wandelen en zeker als de zon hard schijnt. We waren niet de enigen in het bos van Staatsbosbeheer, maar gelukkig is dat vrij groot en kun je lekker je gang gaan. Maar wat schetst onze verbazing? We komen weer opa en oma tegen! Gezelligheid dus en voor hun een verlenging van de al lange wandeling die ze achter de rug hadden. Siebe doet dan verstoppertje en ik moet hem dan vinden en hij duikt dan op de meest onwaarschijnlijke plaatsen op. In bomen, in struiken, tussen het gras! Altijd grappig.
Het is trouwens heel warm en dan heeft papa zijn jas al uit! Hij bindt die dan om zijn middel, dus moet ik dat ook. Dan ben ik een meisje met een jurkje aan, maar dan heb ik het zeker niet te warm!
Als afsluiter nog even naar de nieuwe speeltuin met heel veel kinderen! En buizen en schommels-waar-ik-niet op ga.
En dan gaan we naar huis waar we gaan paasbrunchen en paaseieren zoeken. En Siebe en Zelda gaan nog steeds niet naar huis!
It wie wer in moaie tiid.