Nee, het is geen spelfout, (alhoewel Dzjez op allerlei verschillende manieren verkeerd gespeld kan worden. Dat wordt nog wat met die jongen. Die moet zijn hele leven zijn eigen naam spellen voor iedereen dien het niet begrijpt. Een beetje zoals die jongen uit dat liedje van Johnny Cash, A boy named Sue, maar dan anders) het is echt waar.
Na een hele goed nacht slapen waren we weer klaar voor een nieuwe dag.
Eerst even op zondag gezellig thuis op de bank en ontbijten en in bad en toen kregen we een berichtje van papa dat zij dat hij op tijd ging vertrekken en dus als gevolg van die beslissing, op thuis ging zijn. Dus in plaats van nu naar de Vesting te gaan, ging Jay naar bed. Die was toch nog een beetje moe van ons onbevattelijk grote campingavontuur. Logisch. Een klein mannetje en grote avonturen, daar zit een discrepantie tussen die alleen gevuld kan worden met SLAAP.
Met hoofdletters dus, vandaar.
Ineens was papa daar weer. Hij stond bij mijn bed en zei, met een hele lage stem: “Kom grote vent, we gaan aankleding en op pad” en ik vond dat een goed idee (nadat we eerst even heel stevig geknuffeld hadden).
Mama was al helemaal klaar en zag er uit als een mooie zomerdag: Stralend en warm, dus we konden snel gaan. Samen in de bakfiets, elk een groen blaadje uit de boom van de buurvrouw en gaan!
Eerst kwamen we Evelyn tegen en toen…. Wouter en Julia en dan is het hek van de dam en wordt de Vesting over genomen door een stel energieke peuters. Sommige mensen zijn daar niet van gediend en verlaten het terras met halfvolle glazen. Zij vonden ze halfleeg en dat zegt genoeg.
Wij trekken ons er geen sikkepit van aan en vermaken ons buitengewoon, terwijl papa en de mama’s druk aan het kletsen zijn. Papa is sowieso een praatgraag, want we waren hem ook serieus kwijt toen hij bij een kraampje stond te kletsen omdat er een Friesche vlag hing. Zo is hij en wij naar de IJswinkel…. Dan heeft hij gewoon pech en ik een donkerrode vlek in mijn nieuwe T-shirt van het overheerlijke aardbeienijsje. En daar hebben we dan weer ossengal voor!
Op de terugweg stond er een brandweerauto midden op de straat!
Maar geen sirenes, nee, grote speakers en platenspelers met mooie muziek en voor mijn hoofd het besefte waren mijn benen al aan het dansen. Die meneer danste direct mee en is bovendien een goeie nieuwe vriend. Jazz dus en soul, ik wordt er van nature door aangestoken en heb een onweerstaanbare drang om te bewegen. Ik ben benieuwd wat ik daar mee ga doen als ik groter ben.
It wie wer in moaie dei.