Ik ga als laatste weg!
Als ik één keer in het water ben is het alsof het water aan mij trekt als een soort magneet. Ik kan er niet uit, ik wil er niet uit en ik moet er niet uit. Zo lang de zon schijnt (maar ook als hij even achter de wolken is), dan blijf ik in het water.
Er is ook veel te beleven met water. Dat gevoel is als het ware ongrijpbaar, net als het water zelf. Daarom heb ik emmertjes en gietertjes. Dat is de beste manier om water te vangen en er mee te doen wat ik wil.
Ik heb ook mijn zwembandjes om, maar dat hoeft eigenlijk niet. Ik ben zo bezig met niet nat worden dat die bandjes eerder gezien kunnen worden als een leuke accessoire die past bij mijn zwembroek dan iets anders. Gelukkig is het tijdelijk en komt er straks ineens een moment waarop ik over de (water)drempel heen ben en als een volleerde waterrat in de rondte zwem! Tot die tijd doe ik het rustig aan.
Siebe en Zelda gingen van de helehogeglijbaan af. Ik doe dat niet. Ik ga hooguit op grote afstand kijken. Mijn tijd komt nog wel zoals gezegd. Ik kan nog heel wat glijmeters maken in de toekomst (als je goed kijkt zie je Siebe en Zelda staan).
Papa vond het allemaal te lang duren denk ik, want die ging er ineens vandoor! Samen met Zelda. Nou ja! Gelukkig mocht ik nog even blijven met Siebe, Dzjez en mama. Nog meer speeltijd in het water en gek doen tussen de druppels!
Uiteindelijk gingen we dan toch en ging ik in bed, lekker slapen! Want na al dat gespeel, gaan de batterijtjes behoorlijk in het rood en moet er hard bijgeladen worden. Oogjes dicht en lekker onder de dekens is daar het beste laadstation voor.
Siebe zag er vandaag anders uit. Meer bij zijn ‘roots’ als het ware. Het heeft me een paar tellen geduurd, maar toen had ik in de gaten wat de reden was. Hij had een wit-blauwe broek met pompeblêden aan! En dat zijn natuurlijk de herkenbare symbolen van de Fryske Flag! Hij lijkt ineens 6 centimeter groter en sterker!
We kregen deze middag nog een grote verrassing te verduren. De reden dat papa en Zelda halsoverkop weg gingen was om Noa, Quin en Irene op te halen bij Beppe. Daar logeren ze namelijk. Dat is ineens superleuk, want die zie je niet elke dag!
Zij gingen zeilen en wij (mama en Jay en ik) bleven thuis. Jay lag trouwens ook nog hard te slapen, dus die kon niet eens mee, tenzij hij aan het slaapzeilen zou gaan. Dat is op zich wel een interessante gedachte, maar ik vraag me af of dat leuk wakker worden is….
Voor mij kwam die verrassing pas nadat ik wakker werd en de hele bende terugkwam van zeilen. Maar wat een fijne is het dan. Ik kan hun namen al uitspreken, wat goed bijdraagt aan mijn algehele vocabulaire.
Het is duidelijk: Ik begrijp alles dondersgoed. Ik weet wat erop is, eronder, erachter, ervoor. Ik begrijp de woorden, de zinnetjes, bovengemiddeld voor mijn leeftijd zeggen ze, alleen vind ik al die woorden uitspraken, of eigenlijk moet ik zeggen ‘woorden met meer dan één lettergreep’
Enfin, grote gezelligheid, zeker toen mama bedacht dat water in een grote emmer heel goed de waterbron van kleine emmertjes kan zijn! Nog meer waterpret dus.
Ik heb er plotseling heel veel speeltuinvriendjes bij! Heerlijk op het kasteel en draaiapparaten. Bovendien hebben we het weer weer mee. Met een stevige bries en een strakke zon is spelen in de speeltuin superleuk!
Toen we binnengeroepen werden om grote hoeveelheden snackbarvoedsel tot ons te nemen besefte ik ineens dat ik al heel wat bolletjes en krentenbollen op had gegeten en ik niet een reuzenhonger had. Toch heb ik vrijwel mijn bordje leeggegeten. Ik bedoel maar!
Ik ook hoor, geen probleem. Zo veel gezelligheid en waterpret maakt hongerig als een beer! Grrrr! Ik heb de zin al eens goed aangekeken met de boodschap: “Morgen schijnen!” want ik wil weer naar het zwembad!
Eerst naar bed.
Niet dat ik daar direct hard ga slapen hoor…. Ik zag papa binnenkomen en toen schemerde het al en zeiden we maar fijn “Namasté” tegen elkaar. Ik zag mama binnenkomen toen het al behoorlijk donker was en zeiden we maar fijn “Namasté” tegen elkaar. Daarna heb ik nog lekker gebrabbeld en heb nog even “Namasté” tegen de maan gezegd en toen vonden mijn ogen het tijd om dicht te gaan.
It wie wer in moaie dei.